Normen en waarden

Speel-leeromgeving

Speel-leeromgeving | Normen en waarden

Als ViaViela gastouder werk je vanuit de vier pedagogische basisdoelen van prof. J.M.A. Riksen-Walraven zoals genoemd in de Wet kinderopvang. Deze doelen vormen tevens de basis voor het pedagogisch beleid van ViaViela. ViaViela ondersteunt je met tools die je helpen de vier basisdoelen en het pedagogisch beleid in de praktijk te brengen. Zo werken we met een pedagogisch werkplan in de vorm van het Pedagogisch kwaliteitshuis.

De laatste kamer op de tweede verdieping ...


Inhoud

Op de tweede verdieping van het kwaliteitshuis, staat de speel-leeromgeving centraal. Dit keer bekeken vanuit het overdragen van normen en waarden. Want zowel de binnen- als buitenomgeving biedt verschillende mogelijkheden om je opvangkinderen spelenderwijs kennis te laten maken met waarden die voor hen mogelijk altijd belangrijk blijven.


Vrijheid om te ontdekken

Kinderen aanmoedigen tot ontdekken, is een belangrijke taak voor jou als gastouder. Kinderen zijn van nature ontdekkers en nemen hierbij ook wel eens risico’s. Ze bewegen zich snel, stoppen dingen in hun mond en laten dingen vallen of gooien er soms mee. Ook houden veel kinderen van klimmen en verstoppen.

Tijdens het ontdekken binnen jouw speel-leeromgeving, staat veiligheid voorop. Daarnaast gelden er bepaalde regels in wat wel of niet mag: de normen en waarden van jouw opvang. Al is ‘balans’ hier het sleutelwoord. Een omgeving waarin je de hele dag moet zeggen ‘niet aankomen! Niet daar naartoe gaan!’ voelt voor niemand prettig. In plaats van veel tijd besteden aan het corrigeren van kinderen, kun je daarom ook kijken hoe je jouw opvang zo inricht dat je niet steeds hóéft te waarschuwen. Zo geef je kinderen de kans om vrij op ontdekking te gaan in een speel-leeromgeving die veilig en goed georganiseerd is. Dit maakt jouw werk als gastouder leuker en makkelijker én zorgt ervoor dat je opvangkinderen zich nog beter ontwikkelen!


Een veilige, uitdagende omgeving

Soms kost het overbrengen van normen en waarden binnen de speel-leeromgeving wat meer moeite. Bijvoorbeeld omdat een kind gedrag vertoont dat tegen jouw normen en waarden ingaat. Op zulke momenten kun je nagaan of er binnen je inrichting een factor is die het probleem veroorzaakt of erger maakt. Kijk hierbij naar de binnen- en buitenruimtes. Een veilige, stimulerende ruimte daagt kinderen uit om te leren, vermindert gedragsproblemen en voorkomt dat jij zelf steeds moet waarschuwen en corrigeren. Hier zijn een aantal tips waarmee je een speel-leeromgeving creëert die kinderen weet te boeien en aanmoedigt tot ontdekken volgens belangrijke algemene normen en waarden:


Zak eens tot ooghoogte van de kinderen en loop of kruip vervolgens de ruimte door. Let vanuit je nieuwe perspectief op onveilige dingen of andere zaken die je opvallen. Kijkend door de ogen van een kind zie je duidelijker waar de speel-leeromgeving mogelijk onveilig is of ongewenst gedrag kan uitlokken.

Dat je opvang veilig is voor de kinderen, spreekt voor zich. Neem je RI&E en plan van aanpak nog eens door en ga na of er naar aanleiding van je eerdere inspectie aanpassingen nodig zijn.

De inrichting van je opvang kan een verschil maken in hoe de kinderen zich gedragen. Zo daagt een te open ruimte of een lange doorgang uit om binnen te rennen. Kijk daarom welk gedrag je wil voorkomen en welk gedrag je wil stimuleren. Gebruik planken, roomdeviders, kamerschermen of ander meubilair om ruimtes op te delen in speelplekken en plekken waar rustigere dingen gedaan kunnen worden. Dit zal wild gedrag of rennende kinderen beperken. Ook helpt een goede indeling kinderen makkelijker een activiteit kiezen.

Je zult minder ongewenst gedrag zien wanneer kinderen speelgoed en andere spulletjes makkelijk kunnen vinden. Plaats speelgoed dat de kinderen zelf mogen pakken op lage planken of in lage kastjes. Maak plekken waar ze speelgoed kunnen vinden herkenbaar met foto’s of pictogrammen. Dit maakt niet alleen het vinden eenvoudiger, maar ook het opruimen.

Kinderen hebben speelgoed nodig dat past bij hun leeftijd en ontwikkelingsfase. Ze moeten het kunnen gebruiken zonder zichzelf of anderen te bezeren en het liefst ook zonder dat het snel kapotgaat. Door hierin bewuste keuzes te maken, kun je jouw normen en waarden beter bewaken en voorkom je regelmatig ingrijpen of corrigeren. Kleine kinderen hebben nog moeite met samen delen. Zorg er daarom voor dat je voldoende populair speelgoed hebt, om ongewenst gedrag te voorkomen. Oudere kinderen hebben weer meer uitdagend materiaal nodig. Op het moment dat dit er niet is, zullen ook zij meer ongewenst gedrag laten zien.

Leg uit en doe voor hoe je voorzichtig met boeken, speelgoed en andere materialen omgaat. Zelfs jonge kinderen kunnen leren om zuinig te zijn op boeken, door bladzijdes voorzichtig om te slaan, ze voorzichtig te dragen en te lezen op plekken die daar geschikt voor zijn. Herhaal deze instructies regelmatig en geef kinderen voldoende kansen om dit te oefenen.


Activiteit 1

Je opvangkinderen kunnen al op jonge leeftijd leren hoe zij zelf kunnen bijdragen aan het creëren van een fijne gezamenlijke leefomgeving. Een praktische aanpak hierin is samen opruimen. Daarom lees je dit keer hoe je samen opruimen leerzaam, makkelijk én gezellig maakt.

Naar activiteit 1


Activiteit 2

Een andere speel-leeromgeving vind je buiten. Al wandelend door de natuur, groeit de liefde en het respect voor de planten, bomen en dieren om ons heen. En wat is er leuker dan lopen op het blotevoetenpad?

Naar activiteit 2