Het verhaal van Joris over 20 jaar in de gastouderopvang
Wat begon als een bijbaan in de avonduren, groeide voor Joris uit tot een indrukwekkende carrière in de gastouderopvang. Zijn eerste “kerstcrisis” in 2005 staat nog helder op zijn netvlies: met terugwerkende kracht moest hij voor 35 gezinnen opvangaanvragen opnieuw indienen. Binnen een week, samen met zijn schoonvader.
Sindsdien is het hard gegaan. In 2007 besloot Joris volledig voor ViaViela te gaan. Het aantal contracten steeg explosief en het team groeide met zijn broer, nieuwe collega’s en later ook pedagogische experts. “Iedereen staat in zijn of haar kracht als je doet wat je leuk vindt,” zegt Joris. Zelf richt hij zich het liefst op de praktische en financiële zaken: risico-inventarisaties, toeslagen, aanmeldingen — en natuurlijk het contact met gastouders.
Van administratie tot vertrouwen
Wat Joris vooral waardeert, is het persoonlijke contact en het opgebouwde vertrouwen. Vooral in de samenwerking met islamitische gastouders ziet hij hoe de relatie zich heeft verdiept. “Waar vroeger de man thuis moest zijn als ik langskwam, ontvang ik nu alleen de vrouw en bespreken we zelfs geloof en cultuur. Dat vertrouwen groeit in de jaren. Dat is bijzonder om mee te maken.”
Wat maakt gastouderopvang zo waardevol?
Volgens Joris zit de kracht van gastouderopvang in de kleinschaligheid. De rust, de mogelijkheid om echt mee te bewegen met het ritme van het kind, en de persoonlijke band. “Een kind komt niet in een groep van vijftien, maar in een groepje van vijf. Dat maakt een enorm verschil in prikkels.”
Sommige gastouders bouwen letterlijk een mini-kinderdagverblijf aan huis, anderen werken echt thematisch en richten de dag daar op in, sommigen houden het knus in de woonkamer. “Die variatie is juist het mooie. Ouders kunnen kiezen wat bij hen past.”
Combineren kan ook
Joris gelooft in de kracht van verschillende vormen van kinderopvang. “Voor ouders die vier of vijf dagen opvang nodig hebben, zou ik juist een combinatie aanraden. Een paar dagen gastouder, een paar dagen kinderdagverblijf. Dat geeft balans: rust én sociale prikkels. Echter is het per kind verschillend wat het beste past en wat ze nodig hebben.”